Oplossing voor hetniet ontkoppelen van de autokoppeling
Controleer het oliepeil van de koppeling: Bij hydraulische koppelingen is onvoldoende olie een belangrijke reden dat de koppelingniet ontkoppelt. Controleer of het oliepeil in de brandstoftank voldoende is. Als het oliepeil te laag is, is hetnoodzakelijk om tijdig speciale koppelingsolie bij te vullen.
De vrije slag van het koppelingspedaal afstellen: De vrije slag van het koppelingspedaal moet binnen een bepaald bereik worden gehouden (meestal rond de 15 mm). Als de vrije slag te groot of te klein is, zal de koppelingniet volledig ontkoppelen. Het isnoodzakelijk om de koppelingskabel of duwstang in het hydraulische systeem af te stellen om ervoor te zorgen dat de vrije slag ervan aan denorm voldoet.
Controleer de koppelingsboosterpomp: Een defect aan de boosterpomp kan ook een slechte ontkoppeling van de koppeling veroorzaken. U kunt proberen de krachtpomp te vervangen door eennieuwe om een normale werking te garanderen.
Controleer de slijtage van de koppelingsplaten: De slijtage van de koppelingsplaten is een van de belangrijke factoren die het ontkoppelingseffect van de koppeling beïnvloeden. Als de koppelingsplaten ernstig versleten zijn, moeten ze tijdig worden vervangen doornieuwe.
Controleer de koppelingsdrukplaat: Vervorming en kromtrekken van de drukplaat kunnen ook een slechte ontkoppeling van de koppeling veroorzaken en eennieuwe drukplaat moet worden vervangen.
Koppeling reinigen: Als er olie of andere onzuiverheden in de koppeling zitten, heeft dit invloed op denormale werking van de koppeling. De koppeling moet grondig worden gereinigd.
Vervang de koppelingshoofdcilinder of hulpcilinder: Als de koppelingshoofdcilinder of hulpcilinder olie lekt, zal de koppeling defect raken. Moet de hoofdcilinder of subcilinder vervangen door eennieuwe.
Controleer de scheidingshendel: verbuiging en vervorming van de scheidingshendel, het loskomen van de steun en andere problemen kunnen er ook voor zorgen dat de koppelingniet scheidt. Het isnoodzakelijk om de hoogte van het binnenste uiteinde van de scheidingshendel te controleren. Als het te laag is ofniet in hetzelfde vlak ligt, moeten er aanpassingen worden gedaan.
Startmethode in hoge versnelling: Stel de versnelling in op een hoge versnelling en gebruik de tractie van andere voertuigen of grote voertuigen om de auto te starten.
Menselijke assistentie en schakeltechnieken: Wanneer de versnellingspook inneutraal staat, start u de motor stationair en duwt u het voertuig handmatignaar voren, waarbij u de techniek van schakelen zonder koppeling gebruikt om van versnelling te wisselen.
Strategie voor gedwongen start: Wanneerniet aan de voorwaarden wordt voldaan, kunt u proberen eerst de motor te starten en vervolgens snelnaar een lage versnelling te schakelen voor een gedwongen start.
Vorig: Hoe vaak moeten de koppelingsplaten van een auto worden vervangen?
Volgende: Niet meer